Al de vrouwen die ik aanspreek willen niet praten. Dat zijn er vijf. De man van de plantsoendienst kijkt me niet aan. Ik loop naar binnen bij het buurthuis maar hier is niemand, Op een meisje aan de bar na die daar alleen zit en een roerstaafje tegen haar eigen gezicht aanslaat. Ze zegt dat ze niet naar school hoeft omdat ze ziek is, wiebelt met haar beentjes en vraagt me 'hoe heet jij?'. Ze heet zelf Annieka, maar eigenlijk angeliqua Madelon. 'au!' zegt ze weer als het roerstaafje in haar gezicht komt.
Ik koop een krant en loop tegen vier luidruchtige twaalfjarigen aan. 'mag ik je krant hebben?' vraagt de leider. 'nee, want ik heb hem zelf nog niet gelezen.' 'heeft u een klein bruin jongetje gezien?' nee. 'met een pistool?' nee, zeg ik. 'want wij zoeken hem.' Zegt de leider van de witte wormen uit Swifterbant. 'waar komt hij dan vandaan dat hij bruin is?' 'hij is eigenlijk niet bruin maar zwart.' zegt een polder meid met roze jack. 'HIJ IS IN DE WCPOT GEVALLEN!' Roept een dunne worm met een gel kuif die waarschijnlijk hetzelfde model heeft als papa die in Kunduz zit maar wel erg veel aan zijn wormenvormigen thuis denkt. Zd lachen hard en roepen de mazzel en fietsen weg.
De vrouw bij wie ik slaap heeft een klein bibberend klefbeffertje, Fiffie. Hij snuffelt aan mijn tas en staat dan besluiteloos bibberend op het linolium. Ik ga een decor maken van gipsen of kalken leeuwen, die in voortuinen staan. Ik zag er onderweg één met een handschoen op zijn hoofd, foto volgt als ik op internet kan met computer. Ik ben het bijna zat in Nederland, morgen nog naar Lelystad langs bij de mediterenden in Sidhadorp dus eigenlijk morgen weer een beetje thuiS. Ariba, Nederland..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten